Aanbesteders nemen in hun aanbestedingsstukken regelmatig voorwaarden op over de inzet van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij de uitvoering van de opdracht. Dit staat bekend als ‘Social Return On Investment’, afgekort tot SROI. Dit is in principe toegestaan. Maar net als met andere bevoegdheden, is de bevoegdheid van aanbesteders om SROI-eisen te stellen niet onbegrensd. SROI-eisen moeten onder meer proportioneel zijn. Daarbij spelen de aard en omvang van de opdracht een belangrijk
SROI-eisen behelzen meestal de verplichting van de winnende inschrijver om een bepaald percentage van de opdrachtsom te besteden aan de inzet van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In een recent gepubliceerd advies geeft de CvA handvatten om proportionele SROI-eisen te stellen. Let op: de volgende handvatten gelden alleen voor werken en diensten:
De CvA gaat in haar advies niet in op de proportionaliteit van SROI-eisen bij opdrachten voor leveringen. Het stellen van SROI-eisen bij deze categorie opdrachten is naar mijn mening niet uitgesloten, maar behoedzaamheid is noodzakelijk. De arbeidscomponent van deze soort opdrachten is vaak klein. Een SROI-eis is dan al snel disproportioneel.
De hiervoor genoemde handvatten zijn nuttig bij het stellen van proportionele SROI-eisen. Maar de specifieke kenmerken van de opdracht mogen nooit uit het oog worden verloren. Als de opdracht betrekking heeft op specialistische diensten van intellectuele aard, zoals ict- of ingenieursdiensten, kan het tewerkstellen van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt een lastige opgave zijn voor de winnende inschrijver. Dan is een SROI-eis al snel disproportioneel, zelfs als de loonsom van de opdracht hoog is. In dat geval is het de overweging waard om van SROI een subgunningscriterium in plaats van een uitvoeringsvoorwaarde te maken, aldus de CvA.
Meer weten over Social Return bij aanbesteden? Lees dan hier verder.