Een aanbesteder is in principe bevoegd een aanbesteding in te trekken. Deze bevoegdheid is niet onbegrensd. De aanbesteder moet namelijk wel de algemene beginselen van gelijke behandeling en transparantie naleven. Zo mag een aanbesteder een aanbesteding niet intrekken, omdat de ondernemer die als winnaar uit de bus is gekomen hem eenvoudigweg niet aanstaat.
Binnen de door de algemene beginselen getrokken grenzen is de ruimte voor de aanbesteder om de aanbesteding in te trekken nog altijd aanzienlijk. De ruimte om een opdracht opnieuw aan te besteden is beperkter. Een recente uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant illustreert dit.
De zaak ging over een meervoudig onderhandse procedure voor het realiseren van een basisschool. De aanbesteder ontving vijf inschrijvingen. De prijzen waarmee de aannemers hadden ingeschreven overschreden het budget van de aanbesteder, dat overigens niet van tevoren bekend was gemaakt. De aanbesteder besloot daarop de aanbesteding in te trekken en de opdracht na het doorvoeren van een paar bezuinigingen opnieuw aan te besteden. Daartegen verzette zich de aannemer die de beste inschrijving had gedaan.
Indien de prijs van ‘de meest gerede inschrijving’ (dat wil zeggen de inschrijving die als beste uit de bus is gekomen) hoger is dan de raming, mag de aanbesteder overstappen op de onderhandelingsprocedure. De opdracht volgens een andere procedure opnieuw aanbesteden mag ook. Als voorwaarde geldt dat de aanbesteder een zorgvuldige raming heeft gemaakt. Daarvan was volgens de voorzieningenrechter geen sprake. De raming was - kort samengevat - gebaseerd op normbedragen van VNG, die lager waren dan de reële bouwkosten en slechts kostendekkend konden zijn voor een sober schoolgebouw, terwijl de aanbesteder relatief hoge eisen had gesteld. Daar kwam bij dat eisen werden gesteld op het gebied van social return, die een prijsopdrijvend effect hadden.
Mocht de aanbesteder de opdracht dan in het geheel niet opnieuw aanbesteden? Jawel, maar alleen als de opdracht ‘wezenlijk’ was gewijzigd, aldus de voorzieningenrechter. Partijen waren het er echter over eens dat de doorgevoerde bezuinigingen niet als ‘wezenlijk’ vielen aan te merken. De voorzieningenrechter veroordeelt de aanbesteder daarom de nieuwe aanbesteding te staken.
De les die uit deze uitspraak is te leren ligt voor de hand: stel een zorgvuldige raming op. Is het beschikbare budget krap of zelfs lager dan de raming, dan kan het raadzaam zijn het budget in de aanbestedingsstukken te vermelden en hiervan een knock-outcriterium te maken. Dan weten ondernemers die belangstelling hebben voor de opdracht waar zij aan toe zijn. Dit kan zowel teleurstelling als procedures voorkomen.
Hier vindt u meer algemene informatie over het intrekken van een aanbesteding en links naar gerelateerde blogs.
Arthur van Heeswijck is zelfstandig advocaat en gespecialiseerd in aanbestedingsrecht. Door te adviseren en procederen helpt hij overheden, bedrijven en particulieren problemen bij aanbestedingen te voorkomen en zo nodig op te lossen. Daarnaast is Arthur van Heeswijck als docent verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en publiceert hij in vakbladen en tijdschriften. Ga voor meer informatie naar www.vhadvocaat.nl.