Soms botert het niet tussen de aanbesteder en de inschrijver die (voorlopig) als winnaar uit de bus is gekomen. In een recente zaak vond de aanbesteder dat de planning van de winnende inschrijver niet deugde. Hij verzocht de inschrijver de planning aan te passen, maar deze weigerde dit. De opdracht was nog niet definitief gegund en de inschrijver vond dat het eerst tijd was voor het plaatsen van een handtekening onder het contract. Daarna zou de planning wel aan de orde komen.
De aanbesteder zag dit anders. Hij trok de gunningsbeslissing in en gunde de opdracht aan de opvolgende inschrijver. De winnende inschrijver vocht die beslissing aan.
De ruimte om te onderhandelen met de inschrijver die op basis van het gunningscriterium voor gunning van de opdracht in aanmerking komt, is beperkt, aldus de voorzieningenrechter. De aanbesteder heeft in ieder geval geen onderhandelingsrecht. Als de winnende inschrijver weigert mee te werken aan de onderhandelingen of als de onderhandelingen stroef verlopen, kan de aanbesteder hem dus niet zomaar passeren en de opdracht gunnen aan de opvolgende inschrijver.
De toepasselijke aanbestedingsleidraad bepaalde dat het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie grond was voor uitsluiting van deelname aan de aanbestedingsprocedure. Verder had de aanbesteder zich het recht voorbehouden de gunningsbeslissing te wijzigen. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze bepalingen geen grondslag bieden voor de beslissing van de aanbesteder om de winnende inschrijver van deelname aan de aanbesteding uit te sluiten. De ingediende planning schoot misschien tekort in de ogen van de aanbesteder, maar van onjuiste of onvolledige informatie was geen sprake. En een (vermeende) niet-coöperatieve houding is geen reden om een inschrijver te passeren.
Als de planning zo belangrijk was, zo vervolgt de voorzieningenrechter, dan had de aanbesteder de eisen aan de planning als knock-outcriteria moeten formuleren. Hij had ook meer gewicht kunnen toekennen aan het subcriterium dat betrekking had op de planning. Dit had de aanbesteder allemaal niet gedaan. Er ontbreekt een grond voor uitsluiting. De voorzieningenrechter veroordeelt de aanbesteder de opdracht definitief aan de winnende inschrijver te gunnen, tenminste als de aanbesteder de opdracht nog wil verstrekken.
De onderhandelingsruimte voor definitieve gunning is beperkt (daarna trouwens ook, waarover hier meer). De aanbesteder heeft geen onderhandelingsrecht. Hij kan alleen een inschrijver van deelname aan de aanbestedingsprocedure uitsluiten, indien de aanbestedingsstukken in een duidelijke grondslag voorzien. Aanbesteders die in de gunningsfase waarde hechten aan een deugdelijke planning, doen er daarom verstandig aan:
Daarnaast bieden gunningscriteria de aanbesteder de mogelijkheid om het indienen van een kwalitatief goede planning te stimuleren. De aanbesteder kan eventueel in aanbestedingsstukken bepalen, dat inschrijvingen die onvoldoende scoren op het subcriterium planning terzijde worden gelegd.