De aannemer die werkzaamheden heeft verricht aan de zaak van zijn opdrachtgever, is bevoegd deze zaak in afwachting van de betaling van zijn factuur onder zich te houden. Dit wordt het ‘retentierecht’ genoemd. Het retentierecht kan een effectief middel zijn om betaling af te dwingen. De aannemer moet wel zorgvuldig handelen en mag de belangen van de opdrachtgever niet volledig uit het oog verliezen. Anders loopt hij het risico zijn retentierecht te verliezen.
Deze zaak betrof reparatiewerkzaamheden aan een auto (aanneming van werk is op zeer uiteenlopende contracten van toepassing). De garage (de ‘aannemer’) had verschillende werkzaamheden aan de auto van zijn opdrachtgever verricht. Over de daarvoor in rekening gebrachte kosten was tussen partijen discussie ontstaan. De garage weigerde afgifte van de auto, totdat zijn facturen volledig waren betaald. Hij beriep zich dus op het retentierecht.
De rechtbank oordeelt dat de opdrachtgever de garage nog een bedrag van circa € 500 verschuldigd is. De garage is daarom volgens de rechtbank in principe bevoegd om de auto onder zich te houden, totdat betaling heeft plaatsgevonden. Toch oordeelt de rechtbank dat de garage in dit specifieke geval geen beroep toekomt op het retentierecht. De reden daarvoor is dat de garage aanspraak had gemaakt op een veel hoger bedrag dan het bedrag van € 500 dat door de rechtbank is toegewezen. Bovendien weigerde de garage een betalingsregeling aan te gaan, terwijl de opdrachtgever had aangegeven niet in staat te zijn de in rekening gebrachte kosten in eens te voldoen. Dit had de garage aan zichzelf te wijten, omdat hij een te hoog bedrag in rekening had gebracht. De garage heeft zich naar het oordeel van de rechtbank onder de gegeven omstandigheden niet gedragen als een goed schuldeiser. De uitoefening van het retentierecht is daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Omdat de garage niet bevoegd was afgifte van de auto te weigeren, moet hij in de eerste plaats de auto direct aan de opdrachtgever afgeven, zonder dat hij eerst betaling kan verlangen. In de tweede plaats moet hij de schade vergoeden die de opdrachtgever heeft geleden, doordat hij niet over zijn auto kon beschikken. Aan de uitoefening van het retentierecht zijn risico’s verbonden. Zorgvuldig handelen is een must.