Vermoeden van concurrentievervalsing voldoende reden voor intrekking aanbesteding?

Gepubliceerd op: 12-06-2016

Aanbesteders wijzen in hun aanbestedingsstukken vaak een vaste contactpersoon aan. Op het benaderen van andere bij de aanbesteding betrokken personen staat meestal een zware sanctie voor ondernemers; uitsluiting van deelname aan de aanbesteding. Deze regels beogen de aanbesteding eerlijk te laten verlopen. Maar wat als een medewerker van de aanbesteder zelf deze regels aan zijn laars lapt? Deze kwestie kwam aan de orde in een recente zaak bij de Rechtbank Den Haag.

Transparant en non-discriminatoir verloop aanbesteding niet gegarandeerd

De zaak ging over een aanbesteding van werkzaamheden voor het treffen van veiligheidsvoorzieningen voor het werken op hoogte. In de aanbestedingsstukken waren de nodige bepalingen opgenomen om een eerlijk verloop van de aanbesteding te waarborgen; er gold een verbod voor het benaderen van personen die bij of voor de aanbesteder werkten, inschrijvingen werden geanonimiseerd en beoordelaars van het kwalitatieve deel van de inschrijvingen mochten geen kennis nemen van de geoffreerde prijzen.

Toch ging het mis. Een medewerker van de aanbesteder had nog voor het afronden van de beoordeling van de inschrijvingen contact gehad met één van de inschrijvers. Er waren zelfs stukken uitgewisseld. Toen dit aan het licht kwam, zag de aanbesteder zich genoodzaakt de aanbesteding in te trekken. Hij kon volgens eigen zeggen een transparant en non-discriminatoir verloop van de aanbesteding niet langer garanderen.

Intrekking aanbesteding gerechtvaardigd

De winnaar van de aanbesteding verzette zich tegen de intrekking van de aanbesteding. Hij betoogde dat intrekking disproportioneel en overbodig was, onder meer omdat een daadwerkelijke concurrentievervalsing niet was aangetoond.

Dit betoog vond geen gehoor bij de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter stelt voorop dat een aanbesteder een grote mate van vrijheid heeft bij het intrekken van een aanbesteding (dit wordt bevestigd in de rechtspraak), zeker wanneer dit recht is voorbehouden in de aanbestedingsstukken. Dit was in deze zaak ook het geval. De aanbesteder moet zijn beslissing wel motiveren en de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijke behandeling en transparantie respecteren (ook dit volgt uit vaste rechtspraak).

De voorzieningenrechter oordeelt dat intrekking van de aanbesteding onder de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was. Er zijn wezenlijke beginselen van het aanbestedingsrecht geschonden. Concurrentievervalsing kon niet worden uitgesloten. Bewijs van concurrentievervalsing was dus niet noodzakelijk. De voorzieningenrechter wijst de bezwaren tegen de beslissing tot intrekking van de aanbesteding af.

Meer weten?

Hier vindt u meer algemene informatie over het intrekken van een aanbesteding en links naar gerelateerde blogs.