Een aanbesteder is in principe bevoegd om een aanbesteding in te trekken. Maar de beginselen van gelijke behandeling en transparantie zijn van toepassing op alle beslissingen van de aanbesteder, dus ook op de beslissing tot intrekking van een aanbesteding. Het ontbreken van een deugdelijke grond voor intrekking van een aanbesteding kan daardoor verstrekkende gevolgen hebben, zo blijkt uit een recent arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een gemeente had een Europese niet-openbare procedure georganiseerd voor begeleiding van uitkeringsgerechtigden bij het ondernemerschap. De gemeente ontving na de bekendmaking van de voorlopige gunningsbeslissing bezwaren tegen onder meer de wijze waarop de scores waren berekend. De gemeente nam daarop de punten- en beoordelingssystematiek nog eens onder de loop en meende daarin een gebrek te constateren. Zij besloot daarop de gunningsbeslissing en de aanbesteding in te trekken. Eén van de inschrijvers aan wie (een perceel van) de opdracht was gegund, maakte daartegen bezwaar, dat uitmondde in een kort geding.
De gemeente trok bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland nog aan het langste eind. Deze oordeelde dat het gunningsdocument innerlijk tegenstrijdig was, waardoor behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers het op meerdere manieren konden interpreteren. Volgens de voorzieningenrechter had de gemeente daarom een goede reden om te aanbesteding in te trekken.
Daar is het Hof Arnhem-Leeuwarden het niet mee eens. Volgens hem liet de beoordelingsmethodiek niet aan duidelijkheid te wensen over. De beslissing van de gemeente om de aanbesteding in te trekken werd dus niet door de gegeven motivering gedragen. Met andere woorden: er was geen aanleiding om de aanbesteding in te trekken. Het hof veroordeelt de gemeente de aanbesteding vanaf de voorlopige gunning te hervatten.
Hier vindt u meer algemene informatie over het intrekken van een aanbesteding en links naar gerelateerde blogs.