Aanbesteden volgens de BVP-methodiek (Best Value Procurement) is populair. Over BVP is al veel gezegd en geschreven. Veel ondernemers die regelmatig inschrijven op BVP-aanbestedingen hebben zich in deze methodiek verdiept. Zij lezen boeken, bezoeken workshops of volgen cursussen. Maar welke waarde heeft de daarmee opgedane kennis in een concrete aanbestedingsprocedure? De Rechtbank Gelderland heeft in een recent vonnis zijn licht laten schijnen over deze materie.
De zaak ging over een aanbesteding van schoonmaak. De aanbesteder had in de aanbestedingsstukken aangegeven de BVP-methodiek toe te passen. Er werd in de aanbestedingsstukken zelfs verwezen naar een website en literatuur over BVP. Van inschrijvers werd onder meer een ‘prestatie-onderbouwing’ en een ‘risicodossier’ verlangd. Een van de inschrijvers vond dat de aanbesteder bij de beoordeling van zijn inschrijving van de BVP-methodiek was afgeweken. Hij vorderde daarom een herbeoordeling van de inschrijvingen.
Deze klacht vond geen gehoor bij de rechter. Hij overwoog dat alles wat er over de BVP-methodiek is geschreven te ongewis is om als beoordelingsmaatstaf te dienen in een concrete aanbestedingsprocedure. Dit zou in strijd zijn met de beginselen van transparantie en gelijkheid. Deze beginselen brengen mee dat de beoordeling van inschrijvingen uitsluitend aan de hand van de in de aanbestedingsstukken beschreven procedure moet geschieden. De aanbesteder was volgens de rechter in dit geval bij de beoordeling van de inschrijvingen niet afgeweken van de in de aanbestedingsstukken beschreven procedure. Hij wees de vordering tot herbeoordeling van de inschrijvingen daarom af.
Het is zeker niet zinloos je te verdiepen in de BVP-methodiek, als je van plan bent in te schrijven op een BVP-aanbesteding. Het doorgronden van de methodiek helpt je een goede inschrijving te doen. Maar houd in het achterhoofd dat uiteindelijk de aanbestedingsstukken bepalend zijn voor de beoordeling van de inschrijvingen.