Alcatel-termijn verplicht in meervoudig onderhandse procedure?

Gepubliceerd op: 13-04-2016

Artikel 2.127 lid 1 van de Aanbestedingswet bepaalt, dat een aanbestedende dienst een opschortende termijn in acht moet nemen, voordat hij de met de gunningsbeslissing beoogde overeenkomst sluit. De opschortende termijn staat in de praktijk beter bekend als de ‘Alcateltermijn’.

Artikel 2.127 van de Aanbestedingswet is alleen van toepassing op Europese aanbestedingen, dat wil zeggen opdrachten boven de toepasselijke drempelbedragen. Mag een aanbestedende dienst in een meervoudig onderhandse procedure de opdracht dan wel tegelijk met de bekendmaking van de uitkomst van de aanbesteding gunnen?

Fair-playbeginsel en redelijkheid en billijkheid dwingen tot inachtneming van Alcatel-termijn

Op meervoudig onderhandse procedures is maar een beperkt aantal bepalingen van de Aanbestedingswet van toepassing. De belangrijkste regels zijn in de artikelen 1.15 en 1.16 van de Aanbestedingswet te vinden. Hierin zijn de uitgangspunten van gelijke behandeling van inschrijvers, transparantie en proportionaliteit zijn opgenomen. De Aanbestedingswet verplicht een aanbestedende dienst niet om in een meervoudig onderhandse procedure voor het sluiten van een overeenkomst een Alcateltermijn in acht nemen. In een recent gepubliceerd advies heeft de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvA) geoordeeld, dat een aanbestedende dienst daartoe toch gehouden is. De CvA baseert deze verplichting op het fair-playbeginsel en de redelijkheid en billijkheid.

Tip voor aanbestedende diensten

Op het oordeel van de CvA valt wel iets af te dingen. De wetgever heeft er bewust voor gekozen het aantal regels dat van toepassing is op meervoudig onderhandse procedures tot een minimum te beperken. Tot die regels behoort niet de verplichting om voor het sluiten van een overeenkomst een Alcatel-termijn in acht te nemen.

Toch doen aanbestedende diensten er verstandig aan om in meervoudig onderhandse procedures eerst een voornemen tot gunning bekend te maken en inschrijvers de gelegenheid te geven daartegen in rechte op te komen. Het hiervoor besproken advies van de CvA staat namelijk niet op zichzelf. Ten eerste heeft de CvA al eerder in gelijke zin geoordeeld. Ten tweede heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op basis van vergelijkbare overwegingen al twee keer een aanbestedende dienst die na gunning geen Alcatel-termijn in acht had genomen, teruggefloten en veroordeeld om een overeenkomst te beëindigen. Dit kan vervelende gevolgen hebben voor de aanbestedende dienst, want beëindiging van een eenmaal gesloten overeenkomst kan tot schadeplichtigheid leiden.

Wat is een redelijke en proportionele Alcatel-termijn? Daarover leest u meer in deze blog.