Voor de wijziging van de Aanbestedingswet mocht de aanbestedende dienst alleen in geval van een ‘bijzonder complexe’ overheidsopdracht de concurrentiegerichte dialoog toepassen. In artikel 2.28 van de Aanbestedingswet zijn de toepassingsmogelijkheden van deze procedure aanmerkelijk uitgebreid. Toepassing van de concurrentiegerichte dialoog is nu onder meer toegestaan, wanneer:
In de memorie van toelichting zijn de volgende voorbeelden genoemd van opdrachten die volgens de concurrentiegerichte dialoog zouden kunnen worden aanbesteed (Kamerstukken II 2015/16, 34 329, nr. 3, p. 43):
Indien aan de voorwaarden voor toepassing van de concurrentiegerichte dialoog is voldaan, mag de aanbestedende dienst ook kiezen voor de 'mededingingsprocedure met onderhandeling' (voorheen bekend als onderhandelingsprocedure met voorafgaande aankondiging). De mededingsprocedure met onderhandeling lijkt op de concurrentiegerichte dialoog. In beide procedures kan de aanbestedende dienst met ondernemers overleg voeren. In een concurrentiegerichte dialoog vindt dit overleg voor inschrijving plaats en in een mededingingsprocedure met onderhandeling na inschrijving.
In artikel 2.31a en 2.31b van de Aanbestedingswet is de procedure van het innovatiepartnerschap geïntroduceerd. Het doel van deze procedure is het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of werken die nog niet op de markt beschikbaar zijn én de daaropvolgende aankoop daarvan. Op basis van de oude Aanbestedingswet kon de aanbestedende dienst producten die in zijn opdracht waren ontwikkeld niet direct aanschaffen. Het innovatiepartnerschap heeft hier dus verandering in gebracht. Een belangrijke voorwaarde is dat de ontwikkelde innovatieve producten, diensten of werken voldoen aan het vooraf afgesproken kwaliteits-en kostenniveau (Kamerstukken II 2015/16, 34 329, nr. 3, p. 6 en p. 45). De regels voor de procedure van het innovatiepartnerschap zijn in de artikelen 2.126b tot en met 2.126d van de Aanbestedingswet opgenomen.