Termijn voor indiening inschrijving gehandhaafd

Hoewel de aanbestedingsrichtlijnen de mogelijkheid bieden de minimumtermijn voor het indienen van een inschrijving te verkorten, is hiervan geen gebruik gemaakt (Kamerstukken II 2015/16, 34 329, nr. 3, p. 19 en p. 56). Dat wil overigens niet zeggen dat de regels voor termijnen ongewijzigd zijn gebleven.

Om te beginnen is weliswaar de minimumtermijn voor inschrijving in de openbare en de niet-openbare procedure gelijk gebleven (respectievelijk 45 en 40 dagen), maar deze termijn moet met vijf dagen worden verlengd, indien geen kosteloze, rechtstreekse en volledige toegang tot de aanbestedingsstukken wordt geboden langs elektronische weg (art. 2.72). Op basis van het oude art. 2.72 van de Aanbestedingswet konden de minimumtermijnen voor inschrijving in de openbare en niet-openbare procedure met vijf dagen worden verkort, indien met elektronische hulpmiddelen vrije, rechtstreekse en volledige toegang werd geboden tot de aanbestedingsstukken. Kortom: de termijn is onveranderd, maar de gevolgen van elektronische terbeschikkingstelling voor de inschrijftermijn zijn omgekeerd.

Aanbestedende diensten mogen de minimumtermijn voor inschrijving met vijf dagen verkorten, indien inschrijvingen elektronisch mogen worden ingediend (art. 2.74a). Deze regel is nieuw. Door deze regel blijven de minimumtermijnen voor inschrijving per saldo gelijk. 

Voorts mag een aanbestedende dienst die geen centrale aanbestedende dienst is, de termijn voor het indienen van de inschrijving bij een niet-openbare procedure of een mededingingsprocedure met onderhandeling in overleg met de geselecteerde gegadigden bepalen, mits alle geselecteerde gegadigden evenveel tijd krijgen om hun inschrijving voor te bereiden en in te dienen. Als de aanbestedende dienst geen overeenstemming weet te bereiken met de gegadigden over de termijn, dan geldt de minimumtermijn van 40 dagen (art. 2.74a).  

Termijn tussen nota van inlichtingen en inschrijving verlengd

De termijn tussen de laatste nota van inlichtingen en de datum voor het indienen van een inschrijving is verlengd van zes tot tien dagen. Aanleiding voor deze wijziging is de evaluatie van de Aanbestedingswet, waaruit naar voren is gekomen dat veel ondernemers een termijn van zes dagen te kort vonden (Kamerstukken II 2015/16, 34 329, nr. 3, p. 3).

In een aantal situaties is de aanbestedende dienst verplicht de termijn voor het indienen van een inschrijving verder te verlengen, onder meer wanneer de aanbestedingsstukken ‘aanzienlijk’ zijn gewijzigd (art. 2.73 lid 1 sub d).

Een 'aanzienlijke' wijziging moet worden onderscheiden van een 'wezenlijke' wijziging. 'Aanzienlijke' wijzigingen zijn volgens de memorie van toelichting met name wijzigingen van technische specificaties die ertoe leiden dat ondernemers meer tijd nodig hebben om hun inschrijving op te stellen (Kamerstukken II 2015/16, 34 329, nr. 3, p. 57). 'Wezenlijke' wijzigingen in de nota van inlichten zijn helemaal niet toelaatbaar. Hier leest u wat bedoeld wordt met een 'wezenlijke' wijziging.